3366 legde hij in de Statuten neer, dat de winst, zelfs bij ophouding der Bank, niet mag verdeeld worden. Zouden ooit de leden tot opheffing eener Boerenleen bank besluiten, en is er na liquidatie een reservefonds over, dan moet dit aan eene andere Boerenleenbank worden gegeven. De winst is het gunstig verschil tusschen de jaarlijk- sche ontvangsten en uitgaven. Zouden b.v. de ontvangsten aan rente, provisie, boe ten enz. 2000.bedragen, en de uitgaven aan rente, onkosten en eventueele verliezen 1700.dan is er een winst gemaakt van 300. De geleden verliezen, b.v. op eene uitleening, die niet ten volle terugbetaald is, moeten bij de uitgaven geteld worden. En zouden er van vorige jaren nog verliezen te dek ken zijn, omdat het Reservefonds nog niet hoog genoeg was, om daarvan de verliezen af te boeken, dan wordt de winst van het jaar gebruikt om de verliezen van vorige jaren te dekken, en men kan eerst dan van een winst, die in het Reservefonds kan gestort worden, spreken, als alle verliezen uit de boeken verdwenen zijn. Hoe groot moet het Reservefonds zijn? Deze vraag is moeilijk te beantwoorden, want het hangt van zeer vele factoren af, hoe hoog het Reserve fonds van eene bepaalde Bank zal dienen te zijn. Deze factoren zijn o.a. het aantal leden, het bedrag van de ingelegde spaargelden en van de gegeven voor schotten, de risico's die in de voorschotten en andere beleggingen gelegen zijn, enz. Vooral moet in het oog gehouden worden, dat onze Boerenleenbanken geen eigen- of aandeelenkapitaal be zitten, zoodat alle verliezen, die niet uit het Reserve fonds kunnen betaald worden, door de leden persoon lijk moeten worden gedekt, althans, dat zij voor de dekking ervan aansprakelijk zijn.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1935 | | pagina 6