Wat het tweede punt, de financieele overheidspoli- tiek betreft, mag vóór alles eene constructieve mone taire politiek worden verwacht, die in ieder geval zoo danig moet zijn, dat aan het credietverkeer zijn onmis bare, juridische basis: „de rechtszekerheid" niet wordt ontnomen. Zeer zeker kan met voldoening worden ge constateerd, dat onze landsregeering niets sterker wil vermijden dan eene aantasting der rechtszekerheid en eene ondermijning van het credietverkeer, doch dit neemt niet weg, dat met name de in dit jaar getroffen maatregelen of laat ik liever zeggen de voorgestelde maatregelen op het gebied van de vaste lastenverlaging aan de credietverzorging een slechts zeer moeilijk te herstellen nadeel hebben toegebracht, zulks geheel in afwijking van wat de Regeering met hare desbetref fende voorstellen beoogde te bereiken. Ik wil hierover in dit verband niet veel zeggen, het zou ons te ver voe ren. Evenmin wil ik ingaan op het vraagstuk der mo netaire politiek; eenieder die van de praktijk van het credietverkeer op de hoogte is zal echter steeds waar schuwend den vinger moeten opheffen, zoodra zelfs slechts overwogen wordt in de privaatrechtelijke ver houdingen die den grondslag van het crediet vormen of in het credietverkeer zelve in te grijpen. Door de onderlinge verbondenheid tusschen de geldmarkt en de kapitaalmarkt zijn de wisselwerkingen tusschen de verschillende onderdeelen van de credietvoorziening en van het geldverkeer zoo subtiel en zijn de reacties op elke inmenging zoo snel en vergaand, dat een oogen- schijnlijk slechts weinig beteekenende ingreep in een klein onderdeel voor het geheel vergaande gevolgen kan hebben. De ervaring is daar, om zulks te bewijzen. Elke politiek van z.g. „consekwente deflatie", een be grip dat tegenwoordig geen nadere omschrijving be hoeft, zooals die door sommigen wordt voorgestaan, is dan ook reeds daarom te veroordeelen, wijl zij bijna onvermijdelijk steeds met eene vernietiging van het crediet een der groote materieele rampen, die een beschaafd volk kan treffen is gepaard gegaan. Welke monetaire politiek men ook voor ons vaderland onder 3352

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1935 | | pagina 8