3346
ces van de Nederlandsche land- en tuinbouwbedrij
ven aan de gewijzigde economische structuur te hel
pen bevorderen, in welk verband wij onder aanpas
singsproces een constructieve aanpassing verstaan
die erop gericht dient te zijn den boeren- en tuin
dersstand als vrije maatschappelijke groep met indi-
vidueele economische verantwoordelijkheid te laten
voortbestaan.
b. De prijsverschuivingen waarmede deze structuur
wijziging gepaard ging hebben eensdeels een vrijko-
men van middden wegens inkrimping der behoefte
aan bedrijfskapitaal en afnemende vraag naar nieuw
crediet tengevolge gehad; aldus daalde het totaal
bedrag der uitstaande leeningen van de bij Centra
les georganiseerde boerenleenbanken niet onbelaim-
iwaSt d'^nt 111 het oog te worden gehouden,
at dezelfde productie- en prijsverschuivingen ook
yerstarrmgsverschijnselen hebben uitgelokt, daar
tengevolge van de plotselinge en scherpe waardeda-
mg van nog in een stadium van productie zijnde
bOederen, van de bedrijfsinventarissen en van de
vaste goederen, welke tezamen het actief van een
land- of tuinbouwbedrijf uitmaken eene verminde
ring van vlottende bedrijfsmiddelen en eene dalin"
van de onderpandswaarde der bedrijfsgoederen zijn
ingetreden. Wat tengevolge hiervan aan uitleeningen
geheel of ten deele bevroren is, zal onder voort
gezette inkrimping van het totaal der uitgeleende
gelden met voorzichtigheid en takt, zij het dan
over een langeren termijn, worden afgewikkeld, zóó
dat zulks met tot een afbraak van gezonde land- en
tuinbouwbedrijven doch veeleer tot een construc
tieve aanpassing leidt.
Het georganiseerde landbouwcrediet zal het onder
3a aangegeven onderdeel van zijn taak zonder dat
zulks met groote schokken gepaard gaat kunnen
vervullen mits behalve aan de vanzelfsprekende
voorwaarde, dat de veiligheid der toevertrouwde
gelden door de wijze van belegging, door een be-
hoorlijke reservevorming en door de aansprakelijk-