3359 zal dan ook elke plaatselijke leiding, die over breeder inzicht beschikt, moeten inzien, dat eene vooruitziende centrale leiding in deze tijden meer dan ooit tevoren een vereischte is. Van de Centrales zal daarnaast een voldoende mate van zelfcontrole moeten worden ver wacht, opdat de voordeelen der plaatselijke autonomie en de eischen eener plaatselijke bestuursverantwoorde- lijkheid, die aan het Raiffeisen-stelsel inhaerent zijn, niet worden vervaagd. De Centrales zullen als vertegen woordigsters der belangen van het landelijke crediet in den ruimsten zin een veel sterkere positie kunnen innemen naarmate zij ook in den kring der eigen orga nisatie in groote lijnen leiding geven; een krachtig ge organiseerd geheel komt in tijden als deze aan elk on derdeel ten goede. Het ligt zooals in mijn praeadvies gezegd wordt op den weg der Centrales om de belangen van het lande lijke crediet en ik bedoel dit hier in den ruimsten zin van het woord bij Overheidsinstanties en in het algemeen naar buiten te vertegenwoordigen. Moeten de beide Centrales hier te lande in het algemeen en volgaarne erkennen, dat zij als instellingen die een algemeen belang dienen uit motieven aan het algemeen belang van den boeren- en tuindersstand ontleend van de zijde der landsoverheid als zoodanig worden ge waardeerd en geraadpleegd, zoo moet mij in dit ver band toch de vraag van het hart of het Ontwerp van Wet, dat onder den naam van Landbouwcrisis Hypo- theekwet 1935 het Departement van Justitie heeft ver laten en welks verschijning alleen reeds voor het hypo thecaire crediet op ongebouwde eigendommen zulk een onaangenamen nasleep had, niet beter aan een vooraf gaand overleg met hen, die-midden in de praktijk der landelijke credietvoorziening staan, te onderwerpen ware geweest, zulks ter voorkoming van een pijnlijke en in het belang van het credietverkeer minder ge- wenschte openbare behandeling? Ik kom thans aan het laatste punt van mijn praead vies dat als eene samenvatting is bedoeld, zoodat ik

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1935 | | pagina 15