3337 geen beursnoteering heeft, dan mag men zulke leening veilig een kleinigheid beneden 100% waardeeren. De schommeling in den koers van de verschillende effecten is voor de Boerenleenbanken, en voor alle Insti tuten, die de effecten als een rustige bezitting kunnen beschouwen, van geringe beteekenis, indien de effecten in zich solied zijn, en indien men ze in portefeuille of in bezit kan houden tot ze worden uitgeloot of afgelost. Dan immers krijgt men de geheele nominale som uit betaalt. 3. Overige roerende goederen. Behalve effecten kan men andere roerende goederen bezitten (b.v. vee, boerderijinventaris enz.), maar de Boerenleenbanken hebben gewoonlijk geen andere roe rende goederen dan den kantoorinventaris. Toch zou de mogelijkheid bestaan, dat zij voor een korten tijd andere roerende goederen bezat, b.v. als zij gedwongen zou zijn den inventaris eener boerderij over te nemen, omdat zij op geen andere wijze een voorschot zou kunnen innen. Nu zeggen de statuten, dat de waarde der roerende goederen voor de Balans moet opgenomen worden vol gens de waarde der vorige Balans verminderd met min stens 5% der aankoopwaarde. Men lette op het woord minstens, want het zou mo gelijk zijn, dat men, bij het opmaken der Balans op 31 December 25 en meer van de aankoopwaarde zou moeten afschrijven. Wanneer de roerende zaken verkocht zijn, blijkt of men er meer of minder voor krijgt, dan de waarde, die op de Balans staat. Ontvangt men er meer voor, dan moet men dat meer dere als winst boeken; ontvangt men er minder voor, dan moet men dat mindere als verlies boeken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1935 | | pagina 9