3336 Volgens de statuten mag de waarde dezer vaste goe deren in de Balans niet hooger worden opgenomen, dan hare verkoopwaarde bedroeg op 31 December, het tijd stip, waarop de Balans wordt opgemaakt. Men dient dus niet op te geven de waarde van aan koop of van stichting van een gebouw, maar de nor male verkoopwaarde, die hooger of lager kan zijn dan het bedrag, wat er voor uitgegeven is. Het is echter gebruikelijk, om de waarde voor de Ba lans nooit hooger te nemen dan de aankoop- of stich- tingswaarde. 2. Effecten. De effecten of waardepapieren worden gewaardeerd aan de koerswaarde op 31 December, het tijdstip, dat de Balans wordt opgemaakt. Niet van alle effecten kan men de koerswaarde aan de Beurs vaststellen, omdat niet alle effecten aan de Beurs verhandelbaar zijn. Daarom onderscheidt men: a. courante effecten, die aan de Beurs kunnen ver kocht of verhandeld worden; b. incourante effecten, die niet aan de Beurs kunnen verhandeld worden, en waarvan men de waarde op een andere wijze moet bepalen. Wat de soliditeit der effecten betreft, deze heeft niets te maken met het courant of incourant zijn; er zijn effecten, die incourant zijn en veel solieder dan verschil lende soorten effecten, die courant zijn, en omgekeerd. De courante effecten worden dus gewaardeerd vol gens den koers, dien de Beurs aangeeft; maar hier wordt gewoonlijk geen hoogere waarde aangenomen dan de nominale waarde, zoodat de effecten die boven pari (boven de nominale waarde) staan, toch slechts aan 100% worden opgenomen. De incourante effecten worden geschat naar hunne innerlijke waarde en naar de beurswaarde van gelijk soortige effecten. Als bijvoorbeeld aan de Beurs de meeste leeningen van Gemeenten aan 100% staan en men heeft eene leening van eene kleine Gemeente, die

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1935 | | pagina 8