3335
7. aankoop van roerende goederen;
8. afboeking van een eventueel verlies van het vorig
jaar;
9. uitgaven aan rente voor spaargelden erbij begrepen
de rente, die bijgeschreven wordt;
10. uitgaven aan rente in loopende rekening;
11. uitgaven aan provisie en kosten in loopende reke
ning;
12. salaris van den Kassier;
13. a. overboeking van het gedeelte van de winst van
het vorig jaar, dat in de reserve wordt gestort;
b. het bedrag van hetgeen van de winst van het
vorig jaar is uitgekeerd;
14. Buitengewone uitgaven.
Zooals men ziet, komt bij de Rekening niet enkel in
aanmerking wat werkelijk ontvangen en werkelijk uit
gegeven wordt, maar ook bedragen, die noch ontvangen,
noch uitgegeven zijn, zooals b.v. vermeerdering of ver
mindering van de waarde van vaste goederen of van
waardepapieren.
De Balans.
De Balans geeft den financieelen toestand aan van de
Boerenleenbank op het tijdstip, dat de Balans wordt
opgemaakt.
In de Balans wordt onder het Actief of Bezittingen
alles opgenomen, wat de Boerenleenbank bezit, en wat
zij nog te vorderen heeft; en onder Passief of Schulden
worden alle schulden opgenomen en wat de Boerenleen
banken nog te betalen hebben.
Uit deze Balans blijkt dan, of de Boerenleenbank meer
of minder bezit heeft dan schuld.
In het eerste geval heeft de Boerenleenbank een over
schot (reserve en winst van het afgeloopen jaar); in het
tweede geval heeft de Boerenleenbank verlies.
Onder de bezittingen der Boerenleenbanken kunnen
zich bevinden:
1. Vaste of onroerende goederen, b.v. een gebouw,
waarin het kantoor der Boerenleenbank is gevestigd.