3333 gemakkelijk te maken van alle Boerenleenbanken een gemeenschappelijk overzicht te geven. Art. 52. 2. Van elk afgeloopen boekjaar wordt een ba lans opgemaakt, overeenkomstig de voorschriften, door de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank gegeven. 3. De balanswaarde der onroerende goederen mag niet hooger zijn dan de verkoopwaarde op 31 December; die der effecten moet gelijk zijn aan hun koerswaarde op 31 December, en die der overige roerende goederen aan hun vorige balans waarde, verminderd met minstens 5% hunner aan- koopwaarde. Onder Balans wordt hier verstaan: le. de Jaarrekening. 2e. de Balans. De Jaarrekening. Deze Rekening geeft een beeld of overzicht van al hetgeen er in het afgeloopen dienstjaar is voorgevallen, namelijk van alle ontvangsten, alle uitgaven en van alle verdere handelingen. Men begint deze rekening met het saldo van de kas op 31 December van het vorig jaar. Als men nu alle ontvangsten bij dit kassaldo optelt en daarvan alle uitgaven aftrekt, vindt men het kas saldo op het einde van het jaar. Bij de ontvangsten worden gerekend: 1. de ontvangen spaargelden; hierbij behoort ook de rente, die bijgeschreven wordt, want het bedrag der bijgeschreven rente is in werkelijkheid eene inlage in de spaarbank; 2. de ontvangen aflossingen op voorschotten; 3. de ontvangsten in loopende rekeningen van: a. leden; b. van de Coöp. Centrale Boerenleenbank; c. van het deposito bij de Centrale Boerenleen bank;

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1935 | | pagina 5