3332
De voorschotten worden gegeven voor verschillende
jaren maar met jaarlijksche aflossingen, zoodat telken
jare de schuld vermindert. Maar de Boerenleenbank
behoudt zich het vecht voor, om deze voorschotten
terug te vorderen, met een opzeggingstermijn van ééne
maand.
In iedere schuldbekentenis vindt men deze bepaling
opgenomen.
Hetzelfde geldt voor de schuld in loopende-rekening;
ook hier kan de geheele schuld ingevorderd worden
met een opzeggingstermijn van ééne maand.
Gelukkig kunnen wij er terstond bijvoegen, dat deze
maatregel in de bijna 40 jarige bestaansperiode der
Boerenleenbanken nog nooit is toegepast.
Want de toestand van ,,nood of gevaar" waarvan
dit artikel spreekt, en waarbij vooral gedoeld wordt op
een toestand, waarbij men de opgevraagde spaargelden
met zou kunnen terugbetalen, is nog niet voorgekomen,
hoewel het landbouwcrediet zeer bewogen tijden heeft
medegemaakt.
Men ziet echter uit deze bepaling, dat de Boerenleen
banken goed dienen te zorgen, de gelden niet voor te
langen tijd te beleggen, en vooral te waken voor gere
gelde aflossingen. Dat kan, vooral in deze crisis-tijden
wel soms zwaar vallen, maar het is voor degenen, die
voorschotten hebben, toch steeds beter met gedeelten
af te lossen, dan dat zij zouden moeten gedwongen
worden, de geheele som in ééns te betalen.
Of er tijden van „nood of gevaar" aanwezig zijn,
staat geheel ter beoordeeling van het Bestuur der Boe
renleenbank, zoodat de voorschotnemer of schuldenaar
in loopende-rekening zich er niet op beroepen kan dat
hij geen nood of gevaar aanwezig acht.
Art. 52.
I- Het dienstjaar begint den eersten Januari en
eindigt den een- en dertigsten December.
Deze zinsnede heeft geen uitleg noodig. Deze bepa-
ling is gemaakt opdat alle Boerenleenbanken op den-
zelfden dag het dienstjaar zouden sluiten, om het aldus