ontwikkelingslijnen, die bij de agrarische politiek onzer Regeering zijn waar te nemen. Als regel wordt zij het dan in sommige kringen nog niet van harte gelukkig erkend, dat eene oplos sing van het agrarische probleem in ons vaderland voor- loopig slechts mogelijk is door het prijsverloop der bo demproducten aan den vrijen invloed der z.g. economi sche wereldkrachten te onttrekken. In eenvoudige woor den uitgedrukt kan dus worden gezegd dat wij ermede rekening hebben te houden, dat gedurende meerdere jaren onze binnenlandsche markt afgesloten blijft van de wereldmarkt .terwijl de afsluitsluizen die de commu nicatie met de wereldmarkt onderhouden door de Over heid slechts worden geopend indien en voor zoover de binnenlandsche economische toestand het wenschelijk maakt. Het in de naaste toekomst op te lossen complex van problemen zal culmineeren in de vraag: hoe houden wij ons nationale productie-apparaat zooveel mogelijk op sociaal-economisch gerechtvaardigde wijze in stand. Daarnaast kan het zeer interessant en ook nuttig zijn om de oplossing van de gerezen problemen van cosrno- politisch standpunt te bezien en internationaal na te streven, doch de tijd is voorbij, dat wij ons van het nemen van nationale afweer- en behoudmaatregelen laten terughouden door luchtkasteelen aan den interna tionalen hemel te helpen bouwen! Wij dienen allereerst onze eigen zaken te regelen en te trachten onze eigen nationale economie in stand te houden, dan zal onze aanpassing aan de wereldmarkt, wanneer die misschien eerst na jaren weer eens vrij wordt geopend, minder moeilijkheden blijken op te leve ren, dan wanneer wij in een gesteldheid van overdreven internationalsime ons eigen productieapparaat als oud roest laten ineenstorten, zoodat wij economisch uitge put zijnde niet meer medetellen wanneer het te eeniger tijd zoover zou komen, dat zich naar onze producten weer effectieve vraag op de heropende wereldmarkt demonstreert. Evenwel zullen- wij bij onze pogingen om ons natio- 3295

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1935 | | pagina 7