3325
Oplichters en onnoozelen.
Ze hebben altijd bestaan, de oplichters en de onnoo*
zelen. De eerste de gehaaide jongens, die hun slag slaan
tegen alle eer en geweten in. De tweede de goedzakkige,
goedgeloovige lui, die met zich laten spelen als de kat
met de muis.
Eenige dagen geleden brachten de kranten, die er oves
rigens van wemelen, weer een paar staaltjes van wek
geslaagde oplichterij in 't groot. Een zekere Jhr. E.
wonende te Halfweg heeft zijn slag geslagen vooral bij
groote financiers in Amsterdam; men schrijft over sorm
men van 800.000 tot 900.000 gulden. In Beek en Donk
liet zich een eerzame kruidenier plukken door een paar
handige oplichters uit Eindhoven, zoodat er geen veertje
meer overschoot; men spreekt van een bedrag van om
geveer 25.000 gulden.
Wat laat de goegemeente zich toch bedotten, ook onze
boeremgoegemeente, met geldleeningen, loterijen, vers
zekeringen, om nog niet te spreken van den velen rorm
mei, dien men zich laat aansmeren voor huisraad, voor
boerderijgerief, als geneesmiddel tegen alle mogelijke
kwalen van menschen en dieren enz.
Juist om dat boerenvolk zooveel mogelijk onafhanke=
lijk te maken; juist om het zekerheid te geven van goede
en eerlijke behandeling in geld* en andere zaken; juist
om het te beschermen tegen plunderen en plukken van
oneerlijke sjacheraars; juist daarom zijn voor de boerem
bedrijven in 't leven geroepen tal van coöperaties en
andere instellingen op het gebied van aam en verkoop,
van verzekeringen, en dergelijke meer.
En toch, ondanks het jarenlang goed en zegenrijk wers
ken van al die organisaties, gelukt het nog herhaaldelijk
aan slimmelingen wantrouwen te wekken tegen boerem
ondernemingen, die voor de boerenbelangen zijn in t
leven geroepen. Merkwaardig verschijnsel, dat zijn vers
klaring mogelijk vindt in de geschiedenis, die leert hoe
het plattelandsvolk op tal van manieren werd uitgezogen
en waaruit een ingekankerd wantrouwen ontstond, dat