3320 Intusschen is het mogelijk gebleken, vooral in het be gin van 1935, een groot aantal pandbrieven van 4M uit te loten en te vervangen door 4 stukken. Met het gevolg, dat het bestuur heeft kunnen besluiten vanaf 1 Mei 1935, alle aan een hoogere rente uitstaande hy potheken terug te brengen tot 4/4 Het bestuur hoopt spoedig alle renten te verlagen tot 4lA%, wanneer het namelijk gelukt alsnog spoedig een aanzienlijk grooter aantal pandbrieven van 4% te plaatsen. Nu geef ik gaarne toe, dat een rente van 4Z> op het oogenblik niet als een bijzonder lage rente kan worden beschouwd. Maar daartegenover staat, en ik meen daarop bij deze gelegenheid nog eens uitdruk kelijk te moeten wijzen, dat onze hypotheeknemers, onze hypothecaire debiteuren, hun geld vast hebben, dat het kapitaal hun, zoolang zij aan hun verplichtingen voldoen, niet kan worden opgezegd, dat zij geleidelijk kunnen en moeten aflossen en aldus geleidelijk uit hun schuld komen, en dat zij, hoewel zij zich tot een vaste rente hebben verplicht, er op kunnen rekenen, dat zij vermindering van rente krijgen, zoodra de algemeene stand der rente dit mogelijk maakt. Zij verkeeren dus, doordat hun het gevaar van opzegging van het kapitaal en van verhooging van rente niet boven het hoofd hangt, in de veel gunstiger conditie dan debiteuren, die voor het oogenblik misschien iets minder rente beta len, doch aanstonds met opzegging of renteverhooging worden bedreigd, zoodra de rente weer gaat stijgen of de geldschieter om andere redenen zijn geld terug verlangt. Wij mogen daarom voorloopig zeer tevreden zijn, indien wij alle renten tot 4lA% kunnen verlagen door het plaatsen van pandbrieven aan 4%. Zou de rente in het algemeen nog meer dalen, dan zouden wij nog lager kunnen gaan met onze hypotheekrente. Maar de eerlijkheid gebiedt mij u te waarschuwen, dat u zich daaromtrent geen te groote illusies moogt maken. Wij hebben in de laatste maanden moeten on dervinden, dat de plaatsing van 4pandbrieven niet zoo goed meer vlot, als dat te voren het geval was.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1935 | | pagina 32