3281 De landbouw-productie staat natuurlijk geheel onder invloed der crisismaatregelen. De tarweteelt heeft, on der de stimuleerende maatregelen van de Regeering een hooge vlucht genomen: tegenover de 45.000 H.A., die in 1929 met dit gewas beteeld waren, stond in het afge- loopen jaar een oppervlakte, die 100.000 H.A. grooter was. De teelt van rogge en van gerst is ook, maar veel minder, uitgebreid. De teelt van haver vermindert ge leidelijk. De aardappelteelt is te oordeelen naar de bebouwde oppervlakte in 1934 opnieuw sterk inge krompen, vooral die van consumptie-aardappelen. De suikerbietenteelt, na 1930 aanzienlijk beperkt, is sinds dien van beperkten omvang gebleven. Komen uit de cijfers nopens den aardappelteelt reeds de moeilijkheden tot uiting, die het buitenland onzen uitvoer in den weg legt, niet minder duidelijk spreken deze cijfers nopens den uitvoer van groenten en fruit. Vooral de uitvoer van versche vruchten is in 1934 ver minderd: 48 millioen K.G. in 1933, 19 millioen K.G. in 1934. De belangrijke achteruitgang van den uitvoer van versche groenten is in 1933 tot staan gekomen; in 1930 bedroeg deze 518 millioen K.G., in 1933 358 millioen; 1934 gaf een iets hooger cijfer: 365 millioen. Ook de groote vermindering van de slachting van varkens voor de baconbereiding (966.000 in 1931, 866.000 in 1933, 624.000 in 1934) wijst op uitvoermoeilijkheden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1935 | | pagina 9