3280 de opbrengst voldoen en blijft hij geheel buiten faillisse ment. Maakt hij van zijn bevoegdheid echter geen ge bruik, dan zal de Curator gaan verkoopen, en dan komt de opbrengst van het onroerend goed in het faillisse ment, en wordt uit het faillissement aan den eersten hypothecairen schuldeischer uitbetaald. Uitbetaald na aftrek van een aandeel in de faillissementskosten. Wan neer de opbrengst van het onroerend goed de hypo theek ruim te boven gaat, deert zulk een aftrek den eersten hypotheekhouder niet. Is de opbrengst 25000 en de eerste hypotheek 20.000.—, dan zal het den eer sten hypotheekhouder volmaakt koud laten of er j 1000.voor faillissements-kosten van de opbrengst af gaat. Anders is het, wanneer de opbrengst slechts j 20.000.— bedraagt. Dan is elke aftrek schade voor den eersten hypotheekhouder. Helaas is tegenwoordig de opbrengst meer aan den krappen dan aan den ruimen kant. Zoo was het ook in het geval van de bovenbedoelde Boerenleenbank, dat wij hier als spiegel, waaraan het zacht spiegelen is, aan halen. De opbrengst was minder dan de hypotheek. De aftrek van faillissementskosten door den Curator, die aan het verkoopen ging toen de Boerenleenbank de haar door de wet gegeven termijn had laten verstrijken, ging dus geheel ten koste van de Boerenleenbank. Die aftrek zal waarschijnlijk ongeveer 700.bedragen. Zeven honderd gulden straf voor een verzuim. Het is een harde, maar een leerzame straf. Een straf, die wel zeer duidelijk in het licht stelt, dat men nimmer mag verzuimen om bij faillissement van een hypothecairen schuldenaar tijdig tot executie over te gaan. (Raiffeisenbode, Mei 1935). De landbouw in Nederland. De eerste aflevering van het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek geeft in het kort een beeld van den toestand van den Landbouw in 1934. Wij ontleenen daaraan het volgende:

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1935 | | pagina 8