3276 maatregel doet nu niet anders dan een regeling treffen, waardoor wordt voorkomen, dat van door dien steun veroorzaakte waardevermeerdering van het onderpand in gevallen van onredelijke executie partij wordt ge trokken. Eenige bezwaren tegen de getroffen regeling inge bracht, zal de regeering in overweging nemen. Zij is bereid om, waar blijkt, dat de regeling leemten vertoont deze aan te vullen. Ten slotte hebben de ministers er prijs op gesteld nog eens nadrukkelijk te constateeren, dat zij zelf voor niets zoo huiverig zijn als voor maatregelen, die het credietwezen zouden ondermijnen. Juist met het oog daarop is de regeling bij algemeenen maatregel van bestuur slechts als zeer tijdelijk bedoeld en is zij bovendien omgeven met waarborgen, om wille keur bij de toepassing uit te sluiten. De minister van Economische Zaken doet zich toch, alvorens eenige be slissing te nemen, adviseeren door een commissie, wel ker samenstelling den waarborg geeft, dat zij bij het uitbrengen van haar adviezen met bet algemeen belang, dat is gelegen in een op vertrouwen gevestigd crediet wezen, ter dege rekening zal houden. De voorzitter der commissie, de oud-minister van Justitie mr. J. Donner, heeft bij de installatie der com missie daarvan reeds aanstonds doen blijken. De regeering vertrouwde, dat de gehouden bespre king aan de vertegenwoordigde organisaties de overtui ging zou hebben gegeven, dat zij den verderen loop van zaken met gerustheid konden afwachten. Uiteraard zal wanneer het wetsontwerp, dat deze materie verder zal ïegelen, bij de Staten-Generaal zal zijn ingediend, nog alle gelegenheid bestaan, om van de opmerkingen, waar toe de voorgestelde regeling aanleiding zal geven te doen blijken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1935 | | pagina 4