In de afdeeling „verzekering van rekenplichtige per sonen" werd een uitbreiding bereikt. De afdeeling „Credietverzekeringen" liep iets terug. Het totaal der uitstaande borgtochten bedroeg 2.539.300.— tegen 2.597.400.— in 1933. Een specificatie van het bedrag der uitstaande borg tochten, benevens een vergelijkend overzicht met vorige jaren wordt U gegeven op blz. 13 van dit verslag. Wij hadden in het afgeloopen jaar enkele schade posten te boeken tot een totaal-bedrag van 19.999.25 Deze posten waren voor gedeelte 14.999.14 door herverzekering gedekt. Ten onzen laste kwam dus 4.999.81 De netto-bedrijfswinst bedroeg 5.271.12 Voor versterking der extra-re- serve wordt 50% overeenkomstig artikel 43 lid 1 der statuten be stemd 2.635.56 Blijft 2.635.56 Wij stellen U voor aan dit bedrag overeenkomstig art 43 der Statuten vervolgens de navolgende bestem ming te geven: Winst na aftrek van de toe voeging aan de extra-reserve 2.635.56 10% aan het reservefonds 263.56 5% dividend aan de aandeel houders 1.750.2.013.56 waarna blijft te verdeelen Van dit bedrag komt: 20% aan aandeelhouders 40% aan het reservefonds 15% aan den directeur 15% aan de beambten 10% aan commissarissen Aan aandeelhouders komt dus 1.874 40 benevens het saldo „onverdeeld dividend" 3.477.56 5.351.96 622.— 124.40 248.80 93.30 93.30 62.20 622.— 3265 Deze bedragen worden uitgekeerd aan de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1935 | | pagina 9