3249 3. Ten slotte kan de Minister op verzoek van den schuldenaar, op de in het eerste lid genoemde gronden, een afwijzende beslissing intrekken. 4. De artikelen 4 en 5 van dit besluit zijn van over eenkomstige toepassing. Artikel 7. De Minister kan zijn ingevolge dit besluit genomen beslissingen ook ambtshalve intrekken, de Hypotheek commissie gehoord. Artikel 8. De Minister deelt zijn beslissingen schriftelijk mede aan de in artikel 3, lid 5 van dit besluit, genoemde per sonen. Artikel 9. De Commissie is bevoegd zoodanige personen op te roepen, als zij te harer voorlichting noodig acht. Aan de verschenen personen wordt vergoeding van reis- en verblijfkosten toegelegd op den voet als door Onzen Minister te bepalen. Artikel 10. Dit besluit, hetwelk kan worden aangehaald onder den titel: „Hypotheekcommissiebesluit", treedt in wer king met ingang van den tweeden dag na dien der af kondiging. Is de gerechtelijke uitwinning of de ver koop krachtens het bij artikel 1223, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek gemaakte beding reeds aangevan gen vóór den dag van inwerkingtreding van dit be sluit, dan kan de schuldenaar alsnog een beslissing ver zoeken overeenkomstig artikel 5, lid 4, j". art. 7, lid drie, van het Crisis-Organisatiebesluit 1933, zooals dit laat stelijk is gewijzigd, uiterlijk veertien dagen na genoem den dag, behoudens in de gevallen, waarin de uitwin ning afgeloopen is of de verkoop heeft plaats gehad. Op de behandeling dezer verzoeken zijn de artikelen 3, 4 en 5 van overeenkomstige toepassing. De Commis sie behandelt de in het vorige lid bedoelde verzoeken vóór ieder ander.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1935 | | pagina 17