3248 den niet in staat is aan zijn verplichtingen geheel te voldoen, of de schuldeischer door inwilliging van het verzoek in zijn belangen meer zou worden benadeeld, dan de schuldenaar door afwijzing van het verzoek of er andere omstandigheden zijn, die inwilliging van het verzoek onredelijk zouden maken. 4. De Commissie ontwerpt een beslissing als be doeld in artikel 5, lid 4, j°. artikel 7, lid 3, voornoemd, indien een door de Commissie ontworpen uitstel- en of betalingsregeling niet wordt aanvaard. Indien zij daar toe termen aanwezig acht, neemt zij in de ontwerp- beslissing zoodanige voorwaarden en bepalingen op. als zij in het belang van de schuldeischers noodig oor deelt. Artikel 5. 1. De Minister beslist zoo spoedig mogelijk. De be slissing is met redenen omkleed. 2. Het gezag van de beslissing strekt zich niet ver der uit dan tusschen de in artikel 3, lid 5 van dit besluit, genoemde personen. Artikel 6. 1. De Minister kan op verzoek van den belangheb benden schuldeischer zijn beslissing als bedoeld in arti kel 5, lid 4 j° artikel 7, lid 3 van het Crisisorganisatie- besluit 1933, zooals dit laatstelijk is gewijzigd, intrek ken, indien de schuldenaar handelt in strijd met de door den Minister gestelde voorwaarden of gemaakte bepalingen, of indien de schuldeischer aantoont, of wel. dat de omstandigheden sedert het oogenblik, waarop de beslissing is gegeven, zoodanig zijn veranderd, dat, hadden deze bestaan op genoemd oogenblik, de be slissing een andere zou zijn geweest, of wel, dat de omstandigheden anders zijn dan de tegenpartij van den verzoeker bij de behandeling van het oorspronkelijk verzoek heeft voorgesteld. 2. Voorts kan de Minister, op verzoek van den schuldenaar of van den belanghebbenden schuldeischer. op de in het vorige lid bedoelde gronden de door hem gestelde voorwaarden of gemaakte bepalingen wijzigen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1935 | | pagina 16