3245 d. „Hypotheekcommissie": de Commissie, bedoeld in artikel 5, lid 5, van het Crisis-Organisatiebesluit 1933. zooals dit laatstelijk is gewijzigd. e. „Betalingsregeling": een regeling, inhoudende een of meer der navolgende punten: 1". gedeeltelijke kwijtschelding van achterstallige rentetermijnen van een periodieke rente recht gevende vordering, al dan niet door hypotheek verzekerd; 2". verlaging van nog niet vervallen rentetermijnen van een vordering als onder 1° genoemd; 3°. wijziging, hetzij van het bedrag, hetzij van het tijdstip van bedongen tusschentijdsche aflossingen, van een vordering als onder lu. genoemd, zoo voor achter stallige, als voor nog niet vervallen termijnen; 4". kwijtschelding van een deel van de hoofdsom van een concurrente vordering; 5". alle andere punten, welke de hypotheekcommis sie dienstig zal oordeelen; f. „Uitstelregeling", een regeling inhoudende een of meer der navolgende punten: 1°. Uitstel van de teruggave van de hoofdsom van een vordering, al dan niet door hypotheek verzekerd: 2". uitstel van betaling van een gedeelte van achter stallige of van nog niet vervallen rentetermijnen van een vordering als onder 1°. genoemd; 3°. uitstel van betaling van een gedeelte van achter stallige of nog niet vervallen termijnen van bedongen tusschentijdsche aflossingen, van een vordering als on der 1°. genoemd. Artikel 2. 1. De hypothecaire schuldenaar, wiens landelijk eigendom door een schuldeischer, die in het bezit is van een executorialen titel, met gerechtelijke uitwin ning, of door een hypothecairen schuldeischer met ver koop krachtens het bij art. 1223, 2de lid, van het Bur gerlijk Wetboek vermelde beding wordt bedreigd of die met een faillissementsaanvrage door een of meer van zijn schuldeischers wordt bedreigd, kan zich wen den tot Onzen Minister, met het verzoek, overeenkom-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1935 | | pagina 13