3244
gegeven, meenen wij na het bovenstaande niet beter te
kunnen doen, dan hieronder den letterlijken tekst van
het belangrijkste der beide Besluiten van 12 Maart 1935
te laten volgen, te weten dat, afgekondigd in Staatsblad
no. 107:
Besluit van den 12den Maart 1935, tot toe
passing van de artikelen 5 en 7 van het Crisis-
Organisatiebesluit 1933.
Wij, Wilhelmina, bij de gratie Gods, Koningin der
Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz.
Op de voordracht van Onzen Minister van Econo
mische Zaken van 8 Maart 1935, no. 2366, Afdeeling
Landbouw-Crisis-Aangelegenheden;
Gelet op de artikelen 5 en 7 van het Crisis-Organi-
satiebesluit 1933;
Gehoord de Centrale Commissie bedoeld in artikel
27 der Landbouw-Crisiswet 1933 (advies van den 22
Februari 1935 No. 451);
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1.
Dit besluit verstaat onder:
a. „Landelijk eigendom": den eigendom van en de
rechten van opstal, erfpacht, vruchtgebruik en beklem
ming op land, waarop de eigenaar, hij die recht van
opstal heeft, de erfpachter, de vruchtgebruiker of de
beklemde meier het landbouwbedrijf uitoefent, waar
onder begrepen de op dat land gebouwde hoeve en alle
andere daarop aanwezige onroerende zaken, benevens
de daarop ter uitoefening van het bedrijf aanwezige
roerende zaken en de geoogste vruchten.
b. „Landbouw": Naast akkerbouw en veehouderij"
ook pluimveehouderij en tuinbouw, waaronder mede
het kweeken van boomen, bloembollen en bloemen
wordt begrepen, de teelt van griendhout benevens eiken
anderen tak van bodemcultuur, alsmede veenderij.
c. „Onze Minister": den Minister van Economische
Zaken.