3213 Saldo te goed op het einde van ieder jaar s In deze statistiek ziet men nog een kleine stijging van de inlagen in de Rijkspostspaarbank, waarvan de bij geschreven rente voor het grootste gedeelte de oor zaak is. De bijzondere spaarbanken zagen hare inlagen nog al toenemen, wat waarschijnlijk zijn oorzaak vindt in de crisis, waardoor gelden, die niet meer in het bedrijf kun nen gebruikt worden, tijdelijk in spaarbanken belegd worden. Wat de Boerenleenbanken betreft, deze geven een beeld van de crisis bij de boeren en tuinders. Toch kan men dezen teruggang nog niet beschouwen als een ramp, want de thans nog ingelegde gelden gaan ver boven de ingelegde gelden in de jaren vóór 1928 en in 1928 be droegen deze maar een paar millioen meer dan in 1932. Hoe de cijfers op het einde van 1933 en 1934 zullen uitzien, weten we thans nog niet. Maar wat de boeren leenbanken, aangesloten bij de Centrale van Eindhoven, betreft, wijst de statistiek uit, dat de spaargelden met enkele millioenen zijn teruggeloopen, doch dat ook enkele millioenen ontvangen zijn van de terugbetalingen op de voorschotten. Dat de inlagen in 1932 meer bedragen dan in de jaren vóór 1928, blijkt uit de volgende cijfers: bij de Rijks postspaarbank bij bijzondere Spaarbanken bij de Boeren leenbank T otaal 1900 84.000.000 79.000.000 211.000 163.211.000 1910 164.000.000 110.000.000 30.000.000 304.000.000 1920 272.000.000 216.000.000 228.000.000 716.000.000 1930 375.000.000 429.000.000 480.000.000 1.284.000.000 1931 439.000 000 449.000.000 457.000.000 1.345.000.000 1932 511.000.000 446.000.000 421.000.000 1.378.000.000 1933 528 000 000 465 000.000

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1935 | | pagina 20