3209
om te voorkomen, dat hypothecaire debiteuren zich on
der het motto „baat het niet, schaden doet het ook niet"
in massa tot de Kamers voor Crisis-Hypotheekzaken
gaan wenden en deze noodeloos met werk overladen.
De Kamer voor Crisis-Hypotheekzaken kan een po
ging doen om tusschen partijen een minnelijke schikking
tot stand te brengen. Indien deze poging mislukt en de
zaak niet onmiddellijk kan worden afgedaan, kan de
Kamer de zooeven genoemde opschorting van de ver
plichting tot betaling van rente en c.q. van aflossing be
perken tot een door haar te bepalen deel der rente of
aflossing op te brengen som.
De Kamer voor Crisis-Hvpotheekzaken is bevoegd
bij hare beslissing te bepalen:
a. Dat de rente zal worden verminderd. Het bestuur
acht het ten eenenmale onjuist, dat de rente van de door
hypotheek gedekte schuld in het algemeen uit zou staan
boven die van de ongedekte schulden.
Daarom zal de Kamer bevoegd moeten zijn een even
tueel verbroken band tusschen de beide rente voeten te
herstellen door de rente van de gedekte terug te brengen
op die van de ongedekte schuld. Daarnaast kan de
Kamer letten op de mate, waarop de hypotheekschuld
gedekt is. De rente van een schuld, die voor 150% door
hypotheek is gedekt (waarde onderpand: schuld is 150
100) kan lager gesteld worden dan de rente van een
schuld, die slechts voor 90% of 80% gedekt is.
Het is te dien einde wellicht gewenscht, dat in de ko
mende wettelijke regeling van deze materie een tabel
van maximum intrest bedragen wordt opgenomen, (in
den geest van de tabellen bedoeld in art. 31 der geld-
schieterswet) waaraan de Kamers voor Crisis-Hypothe
ken zich zullen hebben te houden.
b. dat de verplichting tot aflossing voor het geheele
af te lossen bedrag of voor een gedeelte ervan gedu
rende een door de Kamer voor Crisis-Hypotheekzaken
te bepalen tijdsduur zal worden opgeheven. Waar in
deze moeilijke tijden veelal de rente van hypotheken
door den debiteur niet kan worden opgebracht, is het