3207 eenigszins zou gaan stijgen tot of boven de onder hypo thecair verband geleende geldsom, de opzeggingen c.q. executies van hypotheken buitengemeen talrijk zouden worden. Een instantie tusschen hypothecairen debiteur en cre diteur. Het bestuur acht den toestand zóó precair, dat een onmiddellijk ingrijpen van de zijde der Overheid nood zakelijk is. Met name behoort de overheid den hypothe cairen debiteur in bepaalde gevallen en onder zekere voorwaarden waarover aanstonds nader te be schermen, teneinde te verhinderen, dat deze met bedrijf, gezin en al ten onder gaat. Het spreekt vanzelf, dat het verreweg het meest ver kieslijk zou zijn, indien crediteur en debiteur steeds zelf met elkander een doeltreffende regeling konden treffen. Hoewel zulk een overleg, naar het bestuur meent, in menig geval tot het gewenschte doel zal leiden cn dus de tusschenkomst van de overheid zal kunnen worden ver meden, blijven er toch tal van gevallen over, waarin zulk een overleg en een daaruit voortspruitende doelmatige regeling achterwege blijft, hetzij wegens onwil van den hypothecairen crediteur, omdat deze het volle pond eischt, hetzij wegens onmacht van den crediteur, omdat hij noodzakelijk de beschikking over het onder hypo thecair verband uitgeleende geldbedrag terug moet heb ben. In al dergelijke gevallen, waarin overleg tusschen cre diteur en dibiteur achterwege blijft of niet tot het doel kan leiden, behoort de overheid tusschen crediteur en debiteur een instantie in te schuiven, die in staat is de tusschen beide ontstane moeilijkheden tot oplossing te brengen. Deze instantie zou men naar analogie van de crisis Pachtwet kunnen noemen: Kamer voor crisis- hypotheekzaken. In het gebied van iedere Arrondissements-rechtbank zou men, naar gelang van omstandigheden, een of meer van dergelijke Kamers kunnen instellen. Als voorzitter van de Kamers voor Crisis-Hypotheekzaken zou men

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1935 | | pagina 14