3196
1925
71
34.345.000
484.000
574.589
58
1926
71
36.665.000
516.000
634.429
56
1927
71
39.923.000
562.000
694.581
54
1928
71
43.502.000
613.000
761.961
56
1929
71
48.562.000
684.000
855.605
57
1930
73
48.024.000
658.000
897.300
54
1931
73
40.314.000
552.000
890.700
45
1932
74
29.739.000
402.000
790.600
38
1933
74
23.680.000
320.000
712.600
33
De Volkscredietbanken in de buitengewesten hadden
uitgeleend:
g jl
1925
19
9.855.000
519.000
44.354
232
1926
18
10.831.000
602.000
47.962
231
1927
18
12.963.000
720.000
69.201
328
1928
18
14.096.000
783.000
65.013
227
1929
18
14.724.000
818.000
67.887
229
1930
18
13.766.000
765.000
70.344
209
1931
18
11.708.000
650.000
64.255
167
1932
18
8.904.000
495.000
38.919
135
1933
18
7.541.000
417.000
33.369
122
Uit deze cijfers ziet men, dat zoowel het aantal als
het bedrag der leeningen in 1932 zeer veel is vermin
derd.
Het bedrag van den achterstand is in de laatste jaren
zeer toegenomen, zooals volgende tabel doet zien.
Op den laat-
sten Decem
ber v.h.jaar
Aantal
banken
Totaal uitge
leende gelden
Gemiddeld
per bank
Aantal
leeningen
Bedrag
per
leening
b
Bedrag
c-
Aantal
Totaal uitge
Gemiddeld
Aantal
per
leening
73 r-
banken
leende gelden
per bank
leeningen
in het
O
U w O
boekjaar