3158 Er zijn nog steeds Boerenleenbanken, welke in gebreke zijn gebleven met het inzenden van betaalbaar gestelde dividend-bewijzen. De be trokken kassiers gelieven niet langer meer uit te stellen. Het betreft No. 19 Centrale Bank f 6,— No. 25 Boeren-Hypotheekbank f 6,— No. 14 Nederlandsche Landbouwbank f 30, No. 11 Borgmaatschappij f 3,~ Uitlegging van de Statuten der plaatselijke Boerenleenbanken. Art. 49. 2. Vroegere terugbetaling dan bij de leening is overeengekomen, is altijd geoorloofd. De groote waarde van deze bepaling wordt thans nauwelijks meer beseft, omdat men het zoo natuurlijk mogelijk vindt, dat de voorschotnemer terugbetalen kan wanneer en met welke bedragen het hem 't beste past. Maar vóór de oprichting van de Boerenleenbanken waren de toestanden geheel anders. Had iemand geld opgenomen, dan werd de termijn (of werden meerdere termijnen) bepaald waarop de terugbetaling zou moeten plaats hebben. Maar vóór dien termijn kon men zoo goed als nooit zijne schuld geheel of gedeeltelijk aflos- Voor degenen die meer in het bijzonder belang stellen in deze Wet kunnen wij aanbevelen een tweetal handleidingen en wel: 1. Toelichting op de Wet op de Belasting van "de Doode Hand 1934, door Mr. Dr. B. J. F. Steinmetz, Notaris en advocaat. Uitgave N.V. H. van der Marck's Uitg. Mij., Amsterdam. 2. De Wet op de belasting van de Doode Hand (Handleiding voor de Praktijk) door Mr. C. Weststrate en Mr. L. W. F. Nix. Uitgave N.V. Samson N.V., Alphen a. d. Rijn. betaalbaar met

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1934 | | pagina 6