3162 In het Verslag wordt gezegd: „Van een toevloed van groote kapitalen, welke als gevolg van de vertrouwenscrisis na den val van het En- gelsche pond en mede in verband met de verhooging van het maximum rentegevend tegoed in het laatst van 1931 en in een groot gedeelte van 1932 naar de Bank vloeiden, is in 1933 zoo goed als geen sprake meer. In het verslagjaar valt voor de Rijkspostspaarbank een be gin van terugkeer tot normaler toestand waar te nemen. De verhooging van het maximum rentegevend tegoed zal uiteraard blijven werken als een oorzaak van een grooter gemiddelde, zoowel van inleg als van saldo tegoed". Sinds 1928 hebben de inlagen in de Rijkspostspaar bank een reuzensprong gedaan: Het saldo-tegoed bedroeg in: 1928 340.000.000.—. 1930 375.000.000.—. 1931 459.000.000.—. 1932 511.000.000.—. 1933 528.000.000.—. Zooals men ziet is sinds 1932 het saldo-tegoed nog met 17 millioen toegenomen. Dit bedrag wordt gevormd door 4 millioen meer inlagen en 13 millioen bijgeschre ven rente. Het is een opbeurend verschijnsel, dat de inlagen in de Rijkspostspaarbank toenemen; het bewijst, dat de crisis toch niet algemeen is, en er nog altijd menschen zijn, die van hun inkomen iets kunnen overleggen. Iets anders is het, of het op den weg der Rijkspost spaarbank ligt, om extra-reclame voor hare instelling te'maken, zooals in de laatste weken gebeurde, toen huis aan huis althans in verschillende gemeenten - een boekje met prentjes als propaganda-middel ver spreid werd. De Rijkspostspaarbank als overheidsinstelling, zal

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1934 | | pagina 10