3109 6e. dat voorschotten voor langer dan tien jaren niet gegeven mogen worden zonder de goedkeu ring van het Bestuur der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank, indien zij het bedrag van duizend gulden te boven gaan. Herhaaldelijk worden in de Statuten bepalingen aan getroffen, die tot doel hebben het groote beginsel bij de credietverleening in te scherpen, dat men met spaargel den, op betrekkelijk korten termijn belegd, geen lang durige credieten mag geven. Daarom is bepaald, dat een voorschot, voor meer dan vijf jaren aangevraagd, de toestemming behoeft van den Raad van Toezicht der plaatselijke Boerenleenbank. En is de termijn, waarvoor een voorschot van meer dan duizend gulden gevraagd wordt, langer dan tien jaren, zoo moet de toestemming verkregen worden van het Bestuur der Coöp. Centrale Boerenleenbank. Voor uitbreiding van een boerderij door vermeerde ring van den veestapel of door verbetering van stallen enz. kan men geld opnemen, dat slechts in 5 tot 10 jarige termijnen kan afgelost worden. Maar zoodra de tien jaren overschreden worden, kan men zoo goed als zeker zijn, dat het grondcrediet be treft, namelijk aankoop van eene boerderij of van land of weide of tuingrond, en dergelijke credieten mag eene Boerenleenbank niet geven, tenzij onder zulke voor waarden, dat de liquiditeit der Boerenleenbank er geen schade door lijdt. En dat dient beoordeeld te worden door een lichaam, dat buiten het bestuur der plaatselijke Boerenleenbank staat, n.1. door het Bestuur der Centrale Boerenleenbank. Bij voorschotten tot duizend gulden, die de liquiditeit der Boerenleenbank niet kunnen schaden tenzij er vele zouden voorkomen geldt de bepaling niet, dat de toestemming van het Bestuur der Centrale Bank noo- dig is.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1934 | | pagina 5