het bezit van den boer als onderpand dient, voor de
„erfboeren" eenvoudig onmogelijk. Een executie van het
erfdomein van den boer of een bezwaring met schulden
is uitgesloten. Alleen wanneer er zeer gegronde redenen
zijn, kunnen de aan alle rechtbanken toegevoegde „erf-
rechtbanken" een uitzondering toestaan. Afzonderlijke
onderdeelen van den inventaris kunnen evenwel, voor
zoover dit voor een economisch beheer van het erfdo
mein gewenscht is, verkocht of aangekocht worden.
De nieuwe wet verbiedt executie op grond van het niet
nakomen van betalingsverplichtingen, welk verbod zich
ook uitstrekt tot de landbouwproducten. Alleen voor be
lasting en andere door den Staat opgelegde lasten is on
der bepaalde voorwaarden een uitzondering mogelijk.
Bestaande schulden kunnen echter uitsluitend worden
gedelgd ten laste van het vermogen, dat naast het „erf
goed" nog beschikbaar is en, bij het ontbreken van een
dusdanig vermogen, uit de loopende ontvangsten van
het landbouwbedrijf.
De tot nu toe op „erfdomeinen" verstrekte hypothe
ken moeten nu op eenigerlei wijze worden afgewikkeld.
De regeering heeft de toezegging gedaan, dat deze af
wikkeling zoodanig zal geschieden, dat de rechten der
schuldeischers, i.c. der binnen- en buitenlandsche pand
briefhouders en der overige credietgevers, niet worden
geschonden.
Doch onder één voorbehoud.
In de plaats van de oude schuldenaren zal de Deutsche
Rentenbank- Kreditanstalt, als éénige debiteur, treden.
De schuldeischers zullen van deze instelling schuldbe
wijzen ontvangen van denzelfden aard als de Pruisische
„Rentenbriefe", die door de vroegere „Rentenbanken"
bij de kolonisatie tot financiering van deze werden uit
gegeven. Na den oorlog heeft de nieuw opgerichte Prui
sische Landrentebank, die ook later weer werd geliqui
deerd, in de plaats van de verschillende oude rentenban
ken de „Landesrentebriefe" uitgegeven.
De schuldeischers der „erfdomeinen" zullen de nieuwe
stukken bij de Duitsche Rijksbank en andere banken
kunnen beleenen en ter beurze kunnen verhandelen, ter-
3114