3075 trale Bank over 1933 en van de Rekening en Verant woording van het Onderling Waarborgfonds over 1933. De Voorzitter verleent het woord aan den heer A. N. Fleskens, Voorzitter van het Bestuur, tot het geven eener Toelichting. Rede van den heer Fleskens: De heer Fleskens zegt: Allereerst, M. d. V., wil ik mij van ganscher harte aansluiten bij de woorden van eerbiedige herdenking, die de Voorzitter van de Vergadering heeft gesproken naar aanleiding van het overlijden van ons hooggeacht lid van den Raad van Toezicht, den Heer Jan Poels. Zooals zijn forsche figuur was, zoo waren ook zijn daden en zoo was ook zijn ziel. Breed, ruim, de man van het groote gebaar en het wijde inzicht, sympathiek en een goed mensch in den vollen zin van het woord. Wat hij beteekende voor de plaats zijner inwoning, kunnen wij eenigszins afmeten, als wij weten, wat hij was voor zijn gewest en wat hij is geweest ook in de grootere landelijke organisaties van de boeren en tuinders, waar aan hij zijn hart had verpand. Het is zou ik zeggen, geheel in zijn lijn, dat hij werd opgeroepen midden in den arbeid voor zijn menschen. Dit klinkt wellicht eenigszins beangstigend, doch voor een kinderlijk geloo- vig godsdienstig man, zooals Jan Poels, was dit appèl van den Heer van leven en dood geen verrassing en geen overrompeling. In zijn eenvoud heeft hij het antwoord gegeven en zijn werkzaam leven, dat te vroeg naar menschelijke berekening een einde nam, afgelegd voor een beter en bestendiger leven hiernamaals. Moge dit een troost zijn voor Mevrouw Poels en haar kinderen, die door dit overlijden zoo smartelijk, zoo zwaar getroffen werden. Onze vriend Jan Poels, hij ruste in vrede! M. d. V. Dan moet ik hier ook nog een woord van afscheid spreken tot onzen vriend Nicolaas Dekker, die zich om gezondheidsredenen heeft verplicht gezien, te verzoeken, om niet meer voor vernieuwing van zijn

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1934 | | pagina 3