3100 Dergelijke overwegingen spelen blijkbaar geen rol, bij menschen, die de zaak omkeeren en als volgt redenee ren: Niet het feit, dat de agrarische landen van Ame rika en Oost-Azië, die zich sedert den Europeeschen oorlog gingen industrialiseeren minder behoefte hadden aan industrieproducten, zou oorzaak zijn van de struc- tureele veranderingen, welke deze crisis teweegbrengt, doch het feit, dat de Europeesche landen na den oorlog weigerden hun landbouw teniet te laten gaan, zou de aanleiding zijn voor de industrialisatie van de agrarische uitvoerlanden. x\ls dit de zaken niet op hun kop zetten is, weten wij er niets meer van. Blijkbaar is elk argument goed genoeg om tegen den gehaten landbouwsteun in het geweer te worden gebracht. Is het platteland het offer van een stijging der levenskosten met 3% niet waard? Is de boerenstand dan niet langer de ruggegraat ook nog van den modernen staat als voortbrenger van de voor het leven onmisbare voedingsmiddelen? Plattelandsjeugd. Is het platteland niet de onmisbare „Jungbrunnen" van onze samenleving? Het is ons bekend, dat de stadsjeugd door meer ge legenheid voor sport en spel physiek is vooruitgegaan, zoodat er geen nadeelig verschil meer is met de platte landsjeugd, eerder zelfs het tegendeel het geval is. Want door betere voeding en minder lichamelijken arbeid op jongeren leeftijd is de stadsjeugd er thans zelfs dikwijls physiek beter aan toe. Doch wat een ge zonde mentaliteit betreft, staan de bewoners van het platteland nog boven de stedelingen. Men stelt bijv. het beginsel der individueele bestaansverantwoordelijkheid ten plattelande hooger dan in de stad. Het leven is er meer in contact met de natuur, hetgeen de mensch zich beter leert schikken in het onvermijdelijke.*Over het al gemeen wordt dan ook een boerenbevolking als een De geloovige, christelijke bevolking, schikt zich niet enkel ln het onvermijdelijke, maar vindt in het vertrouwen in de Goddelijke Voorzienigheid een krachtigen steun, om den moed niet te verliezen en om met alle energie te werken. (Red. Meded.)

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1934 | | pagina 28