3099
Het belang van den landbouw voor Nederland.
(Vervolg van bl. 3063).
Verschil tusschen steun aan
bedrijven of aan personen.
Men stelle het zich voor, menschen, die altijd hebben
geploeterd om het hoofd boven water te houden, zullen
gedwongen zijn hun hand op te houden en van steun te
gaan leven.
Ik hoor vragen: Worden die menschen dan niet ge
steund?
Leven zij ook thans niet bij de gratie van den land
bouwsteun? Zeker, de bedrijfjes worden gesteund, om
dat de overheid zulks een primair belang acht voor de
samenleving. De menschen zelf voelen dien steun echter
als een recht, waar zij in de oorlogsjaren ons volk meê
voor den voedselnood hebben behoed en handhaving
onzer neutraliteit hebben mogelijk gemaakt. Zij voelen,
dat de overheid hun niet in den steek mag laten, dat elke
volksgemeenschap een landbouw moet hebben om op
terug te kunnen vallen in tijden van nood. Want voor
bijna elk Europeesch land is het tegenwoordig voor-
deeliger graan in Argentinië of Australië te koopen, dan
het zelf te verbouwen. Maar men doet dit niet, omdat
men zich, wat de voedselvoorziening betreft, niet van
het buitenland afhankelijk wil maken, omdat zooveel
mogelijk het eigen voedsel voortbrengen binnen eigen
grenzen ook elders het parool blijft. En daarnaast zou
men niet weten, hoe de meestal talrijke boerenbevolking
aan een bestaan te helpen. Daarvoor heeft de heer Zaal
berg als machtspreuk: industrialisatie. Doch bestaat ook
afzetmogelijkheid voor die industrieproducten? Zijn
oude, niet-agrarische landen en belangrijke afzetgebie
den voor industrie, als Argentinië en Canada, Britsch-
Indië en China, niet doende een eigen industrie op te
bouwen; is er niet de toenemende concurrentie van
Japan met zijn lage loonen en gedeprecieerde valuta?