3094
zegend. Hij heeft wasdom gegeven, Hij heeft beschermd
en in stand gehouden.
Dankbaarheid vervolgens jegens degenen, die het ini
tiatief tot stichting onzer Boeren-Hypotheekbank heb
ben genomen, die de hitte en den last van den dag der
oprichting hebben gedragen. Boven eenigen hunner
heeft het graf zich reeds gesloten. Zij blijven echter niet
alleen voortleven in onze dankbare herinnering, maar
waken ook van uit betere gewesten over onze lotgeval
len hierbeneden. Aan vele andere is het vergund met
ons het jubeljaar onzer Bank te beleven. Ik kan ze
niet alle noemen. Ik noem er slechts één, onzen hoog-
geachten geestelijken Adviseur, den Zeereerwaarden
Heer van der Marck, die een overwegend groot aandeel
in de stichting onzer Bank heeft gehad, ze gedurende
vijf en twintig jaren met raad en daad trouw heeft ter
zijde gestaan en meer dan iemand anders het recht heeft
zich over het succes onzer instelling te verheugen.
Dankbaarheid ook tegenover de bestuurders, die jaren
lang met belangelooze toewijding de zaken onzer Boe
ren-Hypotheekbank hebben behartigd onder de leiding
van hun bekwamen en ijvervollen Voorzitter den heer
Fleskens, wien nooit een werk te zwaar, nooit een zaak
te netelig, nooit een inspanning te groot is geweest,
wanneer het er om ging de belangen van den boeren
stand te verdedigen en op de bres te staan, waar voor
de belangen van het landbouwcrediet moest worden
gewaakt.
Dankbaarheid ten slotte, niet het minst, jegens de
tallooze personen in den lande, die als pandbriefnemers
of als hypothecaire debiteuren ons in de gelegenheid
hebben gesteld om ons werk uit te breiden en op te
bouwen. Het zou gebrek aan menschenkennis verraden,
indien ik meende dat deze personen op de eerste plaats
op het oog hebben gehad onze Bank te steunen. Het
grondbeginsel in financieele zaken is, dat ieder zich zelf
het naaste is. Maar zonder menschen, die pandbrieven
nemen, en zonder boeren, die hypotheken vragen, is nu
eenmaal geen Boeren-Hypotheekbank mogelijk. Zonder
hun medewerking zou het dus zeker niet gegaan heb-