3084
coöperaties, waarbij n.l. ook nu weer de naam van onze
Centrale Bank werd betrokken, als zoude deze daar op
onvoorzichtige wijze hebben gefinancierd. Ik behoef
eigenlijk wel niet te zeggen, dat deze bewijzen van har
telijke b el angst elling(?) door ons niet worden gevraagd.
Temeer niet, waar deze eiken redelijken grond missen
en alleen op een boosaardige fantasie kunnen zijn ge
baseerd. M. d. Vdeze geruchten zijn van a tot z on
juist om geen sterker woord te gebruiken. De Coöpe
ratieve Handelsvereeniging van den N. C. B. die regel
matig met onze Instelling zaken doet en die naar onze
meening een organisatie is, die zeer veel in het belang
van de boeren doet, heeft zoowel wat het Bestuur als
de Directie betreft, ons volle vertrouwen. Uit den aard
der zaak ligt de zaken-politiek, welke door de C. H. V.
gevoerd wordt, buiten onze beoordeeling, doch daar
naast kan ik verklaren, dat het financieel beleid dier
instelling ons de meeste waarborgen biedt. Er is gelas
terd, dat onze vordering op de C. li. V. acht, ja zelfs
vijftien millioen hollandsche guldens zou bedragen; feit
is, dat ons tegoed, dat ik gerechtigd ben, hier met toe
stemming van de C. H. V. te noemen, slechts enkele
tonnen bedraagt, een tegoed, dat dubbel en dwars is
gedekt en dat er niet zou zijn, wanneer de Handelsver
eeniging niet met de opkooping van regeeringstarwe
was belast geworden, waarmede een eminent boeren-
belang wordt behartigd. Ik meen verplicht te zijn, dit
alles hier in het openbaar te zeggen, niet alsof wij voor
ons zouden meenen, dat het noodig is, om daaraan veel
aandacht te wijden, maar enkel en alleen, omdat ik het
als een symptoom van den tijdgeest wil aan de kaak
stellen. En weet het wel, mijne heeren, deze lastercam
pagne zal nog niet van de lucht zijn en tot het verledene
behooren of andere aanvallen zullen tegen ons en tegen
de coöperatie in het algemeen worden gericht. Dat is
nu eenmaal de gang van zaken. Wat daartegen te doen?
Niets, heelemaal niets.
Het moet alleen een aansporing en een ernstig ver
maan voor ons zijn, om ons nog nauwer aan te sluiten,
om de uitwisseling van het onderling en wederzijdsch