3065
Doch het is gevaarlijk deze cijfers voor dit doel te ge
bruiken. Veel te veel wordt naar de afzonderlijke be
roepen gekeken, terwijl het organisch verband uit het
oog wordt verloren. Zoo zal in ieder dorp bij de volks
telling een aantal middenstanders, winkeliers en derg.
gedoodverfd worden als personen, in den handel werk
zaam. Het personeel der zuivelfabriek is steêvast werk
zaam in de industrie.
ïs er op het dorp een wagenmaker of smid, die enkele
krachtwerktuigen gebruikt of enkele knechts in dienst
heeft en daardoor wat boven den alleen werkenden
dorpssmid uitsteekt, dan is zoo'n man met zijn perso
neel werkzaam in de industrie. Men kan het lijstje naar
believen aanvullen. De landbouwindustrie in Groningen,
bijv. die van aardappelmeel, stroocarton, suiker, vlas
enz., wordt als zuiver industrieel beschouwd. Toch is
duidelijk, dat al deze bedrijven zouden moeten worden
stilgezet bij gebrek aan de noodige grondstof, wanneer
volgens de redeneering van den heer Zaalberg, de grond,
die zuiver economisch bekeken, niet met voordeel kon
worden geexploiteerd, zou moeten blijven liggen.
Omtrent de afhankelijkheid van den middenstand in
kleine steden en dorpen van de bodemproductie, kan de
heer Zaalberg interessante voorbeelden zien in de tuin
dersstreken van Noord-Holland. Het gaat de kleine
tuinders in dat gebied sedert jaren slecht, velen lijden
zelfs broodgebrek. De toestand der plaatselijke nering
doenden is echter bijna even slecht! De tuinders hebben
brood en winkelwaren op crediet gekocht; om zijn de
biet te houden, heeft de winkelstand het crediet moe
ten verleenen. Voor enorme bedragen zitten de kleine
middenstanders onder het tuindersvolk en op hun beurt
staan zij diep in het krijt bij de grossiers. De geheele
zaak is bevroren.
Hulp van de regeering zal noodig zijn, wil men den
boel op gang houden.
Maar wat voor zin heeft het al deze categorieën van
personen, wier bestaan ten nauwste met dat van de
land- en tuinbouwers is verweven, als werkzaam in in
dustrie of handel te beschouwen en dan de verkregen