3062 van verschillende invloeden; deze van de uitkomsten van het landbouwbedrijf, gene van de situatie op de credietmarkt. Het object van het pachtcontract is de boerderij, waarop de pachter zijn bestaan hoopt te vinden; de pachtprijs (bedongen rente) volgt in het algemeen de pachtwaarde (productiviteitsrente), zij het vaak met aanzienlijke afwijkingen als gevolg van bijzondere om standigheden. Overheidsbemoeiing om pachtwaarde en pachtprijs te doen overeenstemmen is, voor zoover mo gelijk en nuttig, aan te bevelen. Het object van het hypotheekcontract is het ter leen verstrekte geld; de boerderij speelt voor den boer de hoofdrol, maar bij het hypotheekcontract is haar rol in zooverre ondergeschikt, dat zij slechts tot zekerheid dient voor betaling van rente en aflossing; hoofdele ment blijft: de geldleening. De boer is eigenaar van den grond en heeft dan ook het eigenaarsrisico te dragen. De grondeigenaar-verpachter heeft recht op de grond rente; de kapitalist-geldschieter heeft recht op de kapi taalrente. Wanneer men overheidsdwang aanvaardt ten aanzien van de grondrente, kan men die ook aanvaar den met betrekking tot de kapitaalrente, maar dan zal men in het eene den incidenteelen pachtprijs moeten brengen tot de normale pachtwaarde (beheerscht door de bedrijfsuitkomsten) en in het andere geval de inci- denteele kapitaalrente tot de normale kapitaalrente (be paald op de kapitaalmarkt) en zal men niet de kapitaal rente in verband kunnen brengen met de pachtwaarde, want dit zijn geen gelijksoortige grootheden. Zoo men een pachtcontract kan aangaan met veran derlijken pachtprijs, gebaseerd op de bedrijfsuitkom sten of de prijzen der producten, kan men ook een hypotheekcontract trachten aan te gaan met wisselende rente, overeenkomstig de schommelingen van den rentestandaard. Maar wederom kan men niet verlan gen, de wisselende rente te doen samenhangen met de uitkomsten van het bedrijf. Het zou practisch ook niet mogelijk zijn. Om te besluiten: ik hoop niet, dat men uit het voor-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1934 | | pagina 6