3066 cijfers tegen den landbouw uit te spelen? Het is onjuist de beroepstelling op zoo atomistische wijze te beschou wen. Men moet het bedrijfsleven op meer organische wijze bezien, zoodat de samenhang der verschillende beroepsgroepen beter tot zijn recht komt, wil men zich een juist oordeel vormen hoeveel existenties in Neder land nog afhankelijk zijn van een levenskrachtig platte land. Men heeft nagegaan hoeveel menschen, wier inkom sten niet direct afhankelijk waren van de opbrengst van het landbouwbedrijf, in zuivere landbouwdorpen leef den. Daarbij bleek, dat naast eiken landbouwonderne mer ook ongeveer één persoon werkzaam was in andere bedrijven (middenstand en handwerk). Volgens de be roepstelling zou echter slechts ongeveer de helft van de bevolking in den landbouw werkzaam zijn, terwijl toch het geheele dorp in den landbouw zijn eenige bestaans- bron vond. En toch wordt met dergelijke officieele cij fers gewerkt, al zijn ze niet geschikt om er een betoog op te grondvesten, zooals de heer Zaalberg deed. Export-industrie en landbouwsteun. Op de strekking van diens artikel hebben wij nog meer aan te merken. De heer Zaalberg redeneert in a nutshell aldus: Onze exportindustrie heeft zich aangepast (hetgeen wij be twijfelen, maar de heer Zaalberg zegt, dat de wil er is), doch zij wordt daarbij gehinderd door de stijging der levenskosten, welke het gevolg is van den landbouw steun. Die steun moet daarom verdwijnen. Kan de land bouw niet tegen de prijzen der buitenlandsche concur renten produceeren, dan moet men den grond maar la ten liggen. Dit veroorzaakt geen schade, omdat het pro ductie-apparaat in tact blijft. De onrentabiliteit van de exportindustrie (waarvan de landbouwsteun, die het prijspeil met 3% verhoogt, de schuld zou zijn), is, aldus de heer Zaalberg, een veel schadelijker proces dan het laten stilliggen van den grond. Van de industrie leven

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1934 | | pagina 10