3043
tengevolge van die verkeerde opvatting meermalen bij
plaatselijke Boerenleenbanken tot ongewenschte cre-
dietverleening werd overgegaan.
Op grond van een en ander heeft het Bestuur der
Centrale Bank dan ook gemeend, dat het noodig was
deze onzekerheid op te heffen door te bepalen, dat
elke credietverstrekking in loopende rekening tot een
gezamenlijk bedrag van meer dan 2000.moet wor
den geacht te behooren tot die gewichtige verbintenis
sen, waarvoor volgens artikel 8 sub 4 der statuten van
de Centrale Bank j° artikel 6 van het Huishoudelijk
Reglement de voorafgaande goedkeuring van de Cen
trale Bank moet worden verkregen.
Wij hechten er aan hierbij uitdrukkelijk vast te stel
len, dat het onze bedoeling niet is ons meer dan strikt
noodig in de zaken der plaatselijke Banken te mengen,
maar dat wij in deze niet mogen nalaten in het belang
van den goeden gang van zaken in het landbouwcrediet
aan het bestaande misverstand een einde te maken.
Wij zijn overtuigd,dat wij op Uwe volle medewerking
mogen rekenen in het welbegrepen belang van onze
organisatie.
Hoogachtend:
Coöperatieve Centrale Boerenleenbank,
Het Bestuur:
A. N. FLESKENS, Voorzitter.
Mr. V. G. G. M. DUBOIS, Secretaris.
Contrölebiljetten bij de Boerenleenbanken.
De ervaring heeft ons geleerd, dat het noodig is onze
Boerenleenbanken te verzoeken de leden, spaarders,
voorschotnemers en loopende rekeninghouders nog
eens uitdrukkelijk bekend te maken met een speciaal
onderdeel van het controle-systeem bij onze Boeren
leenbanken, waarbij de medewerking van die leden,
spaarders, voorschotnemers en loopende rekeninghou
ders niet kan worden gemist.