3055
tijdstip van het ontstaan der schuld, het rentepercen
tage enz
b. „daar ook couponbelasting verschuldigd is we
gens de opbrengst van buitenlandsche effecten, welke
belasting verschuldigd is door den genieter der op
brengst en in sommige gevallen bij dezen moet worden
geheven, nauwkeurig op te geven de in het bezit van
Uw instelling zijnde inschrijvingen op grootboeken,
aandeelen, obligaties enz. welke kunnen worden gerang
schikt onder de effecten of publieke fondsen".
2. Wil de Minister mededeelen of deze wijze van
inlichtingen verzamelen berust op eenige wettelijke be
paling of op eenig op de wet steunend voorschrift, en
zoo ja op welke? En voor wat betreft het verzoek in
vraag 1 onder b. geformuleerd, of dit wel eenig verband
houdt met de beweerde uitvoering van de wet ter zake
van couponbelasting op buitenlandsche effecten?
3. Indien beide vragen, of één der vragen, onder 2
ontkennend moeten worden beantwoord, is de Minister
dan bereid den Inspecteur der Directe Belastingen te
Oss intrekking van de bewuste circulaire nr. 487 te ge
lasten, en terugzending te bevelen van de gegeven ant
woorden op een verzoek om inlichtingen welk verzoek
op niet ter zake kundigen ten onrechte den indruk ma
ken moet van op een wettelijken grondslag te berusten;
en wil de Minister zorg dragen, dat van deze inlich
tingen op geenerlei wijze gebruik wordt gemaakt door
de belasting-administratie?
Hierop heeft minister Oud thans het volgende geant
woord:
1. De verzending van de in de eerste vraag bedoelde
circulaire is ter kennis van den minister gekomen. Hij
heeft toen terstond opdracht doen geven de verdere
verzending van deze circulaire in afwachting van een
nader onderzoek, in hoeverre de inspecteur tot het stel
len van de bedoelde vragen bevoegd moest worden ge
acht te staken.
2. Geen enkele wetsbepaling geeft den inspecteur het
recht het in de eerste vraag onder a bedoelde verzoek
om inlichtingen te doen. Te dezen opzichte heeft hij uit-