3052
van het Bestuur van 19151920 en eindelijk als Voor
zitter van 1920 tot heden.
Uit deze cijfers blijkt, dat de heer Fleskens de ontwik
keling van de Boerenleenbanken en vooral het groot-
worden der Centrale Boerenleenbank heeft medegeleefd.
Tot aan den oorlog waren het tijden van betrekkelijke
rust; maar de oorlogstijd en vooral de na-oorlogstijd
brachten beroeringen en moeilijkheden in het geheele
bankwezen, en ook de Centrale Boerenleenbank kreeg
er haar deel van.
En toen de grootste moeilijkheden kwamen, als na
weeën van den Europeeschen oorlog, ontvielen aan de
Centrale Bank tegelijkertijd de Voorzitter van het Be
stuur, de heer Vincent van den Heuvel en de Directeur,
de heer Jan Berkvens. Door het vertrouwen zijner
medebestuurderen en van den Raad van Toezicht werd
de heer Fleskens geroepen tot het zeer gewichtig, maar
ook buitengewoon moeilijk ambt van leider der Cen
trale Boerenleenbank door zijne benoeming tot Voor
zitter van het Bestuur.
Het vertrouwen, dat in den nieuwen Voorzitter ge
steld werd, is niet beschaamd geworden.
De nieuwe Voorzitter zag terstond de groote lijnen,
welke het landbouwcrediet en de Centrale Boerenleen
bank zouden moeten volgen, om aan hunne taak te be
antwoorden. En met vaste hand, vol energie, heeft hij
de leiding genomen en bij de moeilijkste omstandighe
den heeft hij den rechten weg weten te vinden, zoowel
om de kracht en de soliditeit van het landbouwcrediet
te handhaven als om het vertrouwen te bewaren van de
honderden, op wier steun en medewerking de leiders
van groote zaken zijn aangewezen.
Met vreugde en voldoening mogen we constateeren,
dat dit doel bereikt is.
Ondanks de crisis, algemeener en van een geheel an
der karakter dan de crisissen zich vroeger vertoonden,
heeft het landbouwcrediet zich schitterend gehouden,
en de Centrale Boerenleenbank staat steviger dan ooit.
Dit te kunnen zeggen, stemt tot vreugde en gerust
stelling.