3011
renleenbanken gegeven aanwijzingen, deze destijds nog
maals kort samengevat en in den vorm van een klein
boekje „Eenige aanwijzingen voor de Beheerders der
plaatselijke Boerenleenbanken" aan alle Beheerders on
zer Boerenleenbanken toegezonden.
Wij dringen er hierbij nogmaals op aan, dat alle
leden van Bestuur en Raad van Toezicht zich hun ver
antwoordelijkheid bewust zullen zijn en zich geheel
en al zullen gedragen overeenkomstig de bij onze orga
nisatie gestelde voorschriften met betrekking tot het
toezicht op de verrichtingen van den kassier.
Bij de fraude te Dalmsholte in Augustus 1932 werd
ofschoon de Centrale Bank het liever anders had
gezien op uitdrukkelijk verzoek van de borgen van
den ex-kassier en mede in verband met de afwikkeling
der schade, voorloopig niet overgegaan tot het doen
van aangifte bij de justitie. Toen kortgeleden evenwel
de zaak, na tal van moeilijkheden, werd beëindigd met
een schade voor de borgen, kwamen deze op hun oor
spronkelijke houding terug en verzochten zij, dat ten
aanzien van den ex-kassier het recht zijn loop zou heb
ben, hetgeen vanzelfsprekend bij de Centrale Bank vol
ledige instemming vond.
Met het vorenstaande zijn de verschillende fantasiën,
die vooral in tal van gewestelijke bladen hebben ge
staan, tot hun ware proporties teruggebracht.
Spaarders en leden van de Boerenleenbank hebben
niet de minste schade geleden en de fantastische be
dragen, die er genoemd werden, zijn gelukkig niet met
de zaak gemoeid geweest
Thans het geval te Beugen. Ook hier ontdekte begin
Februari j.1. de Inspectie-dienst der Centrale fraude
door den kassier begaan. De kassier had het weten
klaar te spelen het nauwgezet toezicht, dat door het
Bestuur der Boerenleenbank ter plaatse op zijn beheer
werd gehouden, te misleiden o.a. door uitgebreide ver-
valschingen en mede tengevolge van de omstandigheid,
dat er helaas spaarders werden gevonden, die na
lieten het Bestuur opmerkzaam te maken op ten