3003 omgeving. Overal werd om zijne voorlichting gevraagd en er zal in zijne streek wel geen sociale vereeniging tot stand zijn gekomen zonder zijn steun. Welk een groot vertrouwen in hem werd gesteld, bleek in 1916, toen hij door het toenmalige kiesdistrict Horst met een enorme meerderheid van stemmen tot lid van Provinciale Staten werd gekozen. In dit verte genwoordigend college werd hij in 1926 benoemd tot lid van het Gedeputeerd bestuur, waarin hij een der leden was, die herhaaldelijk op den voorgrond traden en welke functie hij vervulde tot aan zijn dood. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1918 werd hij tot lid der Kamer gekozen. Dit geschiedde eigenlijk tegen zijn zin. Jan Poels had een candidatuur als plaats vervanger aanvaard, waarop hij in de katholieke poli tieke organisatie ook uitdrukkelijk de kiezers wees. Eenmaal gekozen heeft hij gedurende vier jaren in de Kamer zitting gehad, waar hij, evenals in de andere lichamen, die hem onder hunne leden telden, zeer ge zien was om zijn groote kwaliteiten, zijn helder en scherpzinnig oordeel, een groot gezond verstand, een algemeene ontwikekling, zeldzame kennis van allerlei landen, een groote practische bekwaamheid in allerlei economische aangelegenheden, uitmuntende eigenschap pen van geest en hart, niet het minst ook door een jovia- len en sympathieken omgang met allen, met wie hij in aanraking kwam. Den zetel, dien hij niet had gezocht, heeft hij met eere bekleed. Hij was ook in de volksvertegenwoordiging een steun voor de landbouwende bevolking, maar dien de met zijn breede opvatting niet minder het algemeen belang. Op zijn initiatief werd in de Peel onder zijne gemeente het dorp IJsselstein gesticht. Met veel toewijding gaf hij zich voor de nooden der economisch zwakken en zoo kwam hij, woonachtig in een landbouwstreek, als vanzelf in de boerenbeweging, al behoorde hij niet rechtstreeks tot den landbouwenden stand. De overledene was voorzitter of bestuurslid van tien tallen vereenigingen, meestal op het gebied van den

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1934 | | pagina 15