3000
Het is wenschelijk, dat de hoogste sommen niet te
hoog worden genomen, om het risico zooveel mogelijk te
beperken. En waar hier of daar deze sommen te hoog
zijn opgevoerd, is het wenschelijk, dat deze worden her
zien, en op een lager peil worden vastgesteld. Hiervoor
verwijzen wij naar het speciale artikel over dit onder
werp, dat in een vorig nummer der Mededeelingen
(bladzijde 2933) is opgenomen.
Statistiek van het sparen in Nederland»
In de statistiek der spaar- en leenbanken over het
jaar 1932/1933 dat een dezer dagen verscheen, vinden we
voor de Postspaarbank en voor de bijzondere spaarban
ken de gegevens over 1932. Van de Boerenleenbanken
waren deze cijfers nog niet bekend, wijl deze eerst na
controle door de Centrale Boerenleenbanken worden
gepubliceerd.
Saldo te goed op het einde van ieder jaar:
In deze statistiek ziet men een ongewone stijging van
de inlagen in de Postspaarbank tegen eene verminde
ring van de inlagen sinds het crisis-jaar 1931 bij de bij
zondere spaarbanken en bij de Boerenleenbanken.
In Handelsberichten van 1 Juni 1933 geeft de heer H.
W. Bosch, Directeur van de Nutsspaarbank te 's-Hage
als zijne meening te kennen, dat wegens de crisis ook
bij de Rijks
postspaarbank
bij bijzondere
Spaarbanken
bij de Boeren
leenbank
Totaal
1900
84.000.030
79.000.000
211.000
163.211.000
1910
164.000.000
110.000.000
30.u00.000
304.000.000
1920
272.000.000
216 000.000
228.000.000
716.000.000
1930
375.000.000
429.000.000
480.000.000
1.284.000.000
1931
439.000.000
449 000.000
457.000.000
1.345.000.000
1932
511.000.000
446.000.007
In het vorig nummer werd abusievelijk bij het Totaal het saldo
der Boerenleenbanken niet medegeteld