2951
bestaat, want er zijn vele Boerenleenbanken, die uit
eigen spaargelden geen voldoende voorschotten kunnen
geven, en deze moeten ontvangen van de Centrale Boe
renleenbank, die op hare beurt daartoe in staat gesteld
wordt door de gelden, die de Boerenleenbanken, die
meer spaargelden dan voorschotten hebben, bij haar
beleggen.
Er zijn echter nog andere redenen, waarom een op
zeggingstermijn van één maand noodig is.
Wanneer iemand een voorschot met een looptijd van
enkele jaren ontvangen heeft en het Bestuur ziet, dat
die persoon achteruit gaat ofwel zijn boerderij op zulke
wijze verwaarloost, dat hij in de onmogelijkheid zal ko
men rente en aflossing te betalen, dan zal het Bestuur
der Boerenleenbank ongetwijfeld het voorschot tijdig
moeten opzeggen.
Eveneens zal het voorschot moeten opgezegd worden,
als de schuldenaar pogingen in het werk stelt zijne vaste
goederen te verkoopen of onder zijn kinderen te ver-
deelen, indien hij daardoor niet meer credietwaardig
wordt voor de ontvangen leening. In dat geval is het
zelfs mogelijk, volgens de bepalingen der schuldbeken
tenis, om terstond in te grijpen.
Ook kunnen er nog andere omstandigheden zijn, als
b.v. aanvrage van faillissement, beslaglegging enz.
Zoodat het Bestuur nooit geld moet uitleenen dan on
der de voorwaarde, dat het uitgeleende geld met een
termijn van één maand kan worden opgezegd.
De Credietverschaffing aan den Landbouw.
In de Vergadering van de Tweede Kamer besprak de
heer Ir. Droessen (Roermond) den toestand van den
land- en tuinbouw, waarbij hij ook de credietverschaf
fing ter sprake bracht.
Over dit punt zeide Ir. Droessen:
Maar keeren wij terug naar onze kleine boerenbedrijf-
jes. Bij het straks bedoelde prijspeil kan daarop geen