2901 te zeggen, wie van de kinderen hem het dierbaarst is, maar wij moeten, als één van de kinderen iets heeft dat grooter zorg vraagt dan voor de andere kinderen noodig is, dat kind onze extra zorg niet onthouden. Zonder daarom de relativiteit van het vraagstuk ten opzichte van andere groepen in de maatschappij uit het oog te verliezen, wil spr. het hier alleen hebben over de kwestie van de hypotheekboeren. Een onwelluidend woord, waarvan Baron van Ittersum, Voorz. van de Centrale Raiffeisenbank gezegd heeft, dat hij er de be- teekenis niet van begreep. Hij kende wel grasboeren, melkboeren, veeboeren, boterboeren; waren hypotheek- boeren soms boeren die hypotheek produceerden? Maar dezen scherts ter zijde latende, wil spr. dat onwellui dende woord toch maar gebruiken omdat het een term is, die voldoende burgerrecht heeft verkregen. Behalve met hypotheekschulden zijn er nog tal van boeren- en tuindersbedrijven, die daarnaast nog met an dere schulden zijn belast, die in wezen eenzelfde karak: ter vertoonen. Als wij een oplossing zien te krijgen voor de hypotheekboeren is daarom de geheele kwestie niet opgelost, omdat dan nog een groot aantal met schulden belaste boeren en tuinders buiten die regeling vallen. Spr. is van oordeel, dat er voldoende redenen zijn om aannemelijk te maken, dat de overheid zich alleen met de landelijke hypotheken moet bezighouden; bij de stedelijke en industrieele hypotheken ligt de zaak heel anders. Bij de hypotheekboeren is het de met hypotheek belaste grond die het hoofdelement uitmaakt in de pro ductiekosten. Volgens de laatste gegevens vormen de kapitaallasten 30 a 40% van den kostprijs der produc ten. Waar bovendien de boeren- en tuindersbedrijven door hun onbeschut karakter veel eerder verdienen door de overheid te worden gesteund, is er voldoende reden om in de eerste plaats de boeren en tuinders te helpen. Een ander punt, waarop spr. verder zal ingaan is dat wij er voor moeten zorgen, dat bij een wettelijke oplossing de rechten der crediteuren niet te sterk wor den aangetast. Niet alsof deze ook niet hun deel van

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1933 | | pagina 3