2928 ledene vanaf de oprichting Directeur der Bank geweest, zoodat hij deze functie ruim 35 jaren met vollen ijver en toewijding heeft bekleed. In deze jaren heeft hij slechts zelden de wekelijksche bestuursvergaderingen verzuimd, waaruit tevens blijkt, dat de zaken der Bank, hem dierbaar waren. Veel en hard heeft hij gewerkt, vooral in de eerste jaren van het bestaan der Bank, toen de Boerenleen banken nog in het eerste stadium van hun bestaan ver keerden,om de zoo nuttige werking der Boerenleenbank ingang te doen vinden, doch hij is hierin door taaie vol harding geslaagd, reden waarom hij leefde met en voor de Bank. Moge zijn zegenrijk werk, rijke vruchten blij ven afwerpen, tot welzijn van de leden. Mede was de overledene ruim 40 jaren lid van het R. K. Parochiaal Armbestuur, in welk veeljarig tijd perk het aan geen zorgen heeft ontbroken, doch daar tegenover weinig dank heeft geoogst, waarvoor echter hiernamaals het loon des te grooter zijn zal. Tot voor enkele jaren was hij ook lid van den ge meenteraad en Wethouder der gemeente Mijdrecht, welke functie door hem ook ruim 30 jaren is vervuld en steeds een ijvervol en voor de Roomsche zaak strij dende, vertegenwoordiger der R. K. Partij in deze ge meente is geweest. Ook was de overledene voor 1918 Voorzitter van de Stichtsche Boerenbond ter plaatse, doch toen in 1918. Mgr. de Aartsbisschop den wensch te kennen had gege ven, zich R. K. te organiseeren, was ook hij de eerste, die aan deze roepstem gehoor gaf, (want een wenk van de geestelijke overheid was voor hem een gebod) en de Stichtsche Boerenbond deed omzetten in een afdeeling van den A. B. T. B., waarvan hij sinds 1918 tot aan zijn dood, Voorzitter is geweest en steeds tot het laatste oogenblik, z'n volle aandacht bezat. Moge de goede God hem reeds het loon hebben gege ven, voor zijn hard en vruchtbaar werken, tot welzijn zijner medemenschen, waarvan een dankbare herinne ring cn voorbeeld, steeds bij allen zal achterblijven. Hij ruste in vrede.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1933 | | pagina 30