2912 zijn belang en van den landbouw en de hypotheekboe- ren noodig is. Daartegen kan niet krachtig genoeg wor den gewaarschuwd". De eerste mondelinge debater was Air. Hartog uit Bergen op Zoon, die meende, dat de inleider voorna melijk had gesproken als directeur der Centrale Boe renleenbank. Hij is tegen renteverlaging, maar spreker vraagt, welk verschil is er in dit opzicht tusschen een eigenaar, die een boerderij verhuurt cn gedwongen wordt met de verlaging van de pacht genoegen te ne men en een hypotheekhouder, die een hypotheek heeft op een boerderij? Waarom moet wel de pachtboer wor den geholpen en niet de eigen-geërfde boer, die zijn hypotheekrente niet meer uit de opbrengst van zijn bedrijf kan betalen? Waarom kan niet ten aanzien van de hypotheek precies hetzelfde gebeuren als ten aan zien van de pachtvermindering door de pachtcommis- sies geschiedt? Dat een rente-verlaging zoo'n grooten nasleep zou hebben als de inleider meende, ziet spr. niet in. Als voorbeeld werd genoemd het belang van minderjarigen, wier geld in hypotheken is belegd. Maar als aan een minderjarige nu eens een boerderij is toebe deeld, welke verpacht wordt? Dan zal toch c.q. ook met een mindere pacht genoegen moeten genomen worden? Voor wat aangaat de quaestie der executie, gaat spr. geheel met Mr. Dubois mede, maar, dat is een quaestie voor later. Voor het heden ziet spr. slechts één middel n.1. eenzelfde procedure als ten aanzien van de pacht boeren is gemaakt. De heer Stroink (Voorzitter der Overijselsche Maat schappij van Landbouw) noemde de zaak, waarover het hier gaat, hoogst belangrijk en hoopt dat de Regeering hij vroeg dit vooral, omdat de Minister van Economi sche Zaken aanwezig was dit vraagstuk ter dege onder het oog zal zien. Spr. verklaarde het volmaakt eens te zijn met het standpunt van den vorigen spreker. Ook hij zou een anaiogen maatregel willen als voor de pachtboeren is gemaakt. Er wordt in landbouwersver-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1933 | | pagina 14