2873
De Belgische toestanden waren in ons land net eender,
zoodat het artikel ook voor ons interessant is.
Boer Jan had geen geld om een koe te koopen. Baas
Paulus, de rijke man uit het dorp, kocht hem een koe;
't was een vaars die pas gekalfd had en 150 frank kostte.
Baas Paulus stelde ze boer Jan ter hand met deze woor
den: „Mijn vriend, ik wil U uit den nood helpen, ziehier
een koe! Gij moogt er vrij over beschikken, ze melken
ennatuurlijk voeden! Maar ze blijft mijn eigendom.
Voor de melk betaalt gij 1 frank per maand. Later zul
len wij zien dat wij het beest verkoopen, als het in goe
den staat is. Gij zult er een goeden cent op verdienen,
want ik wil goed met U zijn. Wat ik er op verdien, wil
ik met U deelen!"
Boer Jan was zoodanig verheugd dat hij geen woorden
vond om baas Paulus te bedanken.
Negen maand daarna werd de koe verkocht aan 300
frank; de winst bedroeg dus 150 frank. Boer Jan kreeg
zijn paart, n.1. 75 frank.
Beste Meisjes, Baas Paulus, die doorging als de groote
weldoener van Geendorp, was eigenlijk een leelijke woe-
keraar. Zie maar, hij leent aan boer Jan een koe van
150 frank; hij verzet er geen voet meer voor en toch
maakt hij na negen maanden een winst van 75 fr. 9 fr.
voor de melk 84 frank. Weet gij wel, dat zoo iets
overeenkomt met een intrest van 63% en per jaar!
Weet er iemand van u aan welken intrest men nu geld
kan ontleenen aan de spaar- en leenkas der hoerengilde?
Ant.: aan 4.60 fr. Dat is heel wat minder dan 63%.
Ge ziet dus dat baas Paulus een schelm was; daarbij
zal ik U nog vertellen dat hij het klein volk van Geen
dorp onder den hiel had, want wie daar niet danste
zooals hij wilde, was zijn koe kwijt en bijgevolg zijn
broodwinning.
Beste Meisjes, de toestand van Geendorp was vóór 50
jaar algemeen in vele streken van ons Vlaamsch land.
De boerkens moesten, als ze geld noodig hadden, hun
toevlucht nemen tot dorpspotentaten, hoogen intrest be-