2859
Op 't einde van
Reserven
1927
1928
1929
1930
1931
4 728.000.—
5.162.000.—
5.673.000.—
6.154.000.—
6.625.000.0
Gelijk men ziet neemt jaarlijks de reserve met onge
veer 500.000.-toe, zoodat men over dezen groei wel
tevreden mag zijn, al moet het streven er steeds op ge
richt blijven, om de Reserven onzer Boerenleenbanken
grooter en sterker te maken, wat haar vooral in dezen
crisistijd goed ter stade zal komen.
Hoe men in Duitschland tracht den schuldenlast
van den Landbouw te delgen.
Naar de Rijkslandbouwconsulent Ir. Joustra te Ber
lijn meedeelt is in het Reichsgesetzblatt Teil I. Nr. 61
van 3 Juni 1933 een nieuwe wet tot delging van den
schuldenlast van den landbouw verschenen Daarin is
bepaald, dat de eigenaar van een land-, bosch- of tuin
bouwbedrijf bij de rechtbank in zijn ressort t.m. 30
Juni 1934 een schulddelgingsprocedure kan aanvragen.
Het doel dezer wet is de voorwaarden te scheppen
voor een geleidelijke verlaging van den schuldenlast en
daardoor de rentabiliteit der bedrijven te verbeteren.
De schuldenlast zal worden verlaagd tot de grens,
welke voor de hypothecaire belegging van pupillengeld
vereischt wordt. (De wet spreekt hier van „Miindel-
sicherheitsgrenze"). In de uitvoerende bepalingen is
deze grens nader aangegeven; in het algemeen bedraagt
zij ca. 60% van de belastingwaarde.
Het verzoek tot toepassing van de schulddelgings
procedure wordt niet ingewilligd, indien het betreffende
bedrijf in staat van faillissement verkeert, de eigenaar
Dit cijfer is gevonden door bij de Reserve van het vorig jaar
3/4 te tellen van de winst over 1931.