2855
Omdat echter op die wijzen nog niet voldoende in de
behoefte aan grondcrediet kan worden voorzien is in de
Algemeene Vergadering onzer Centrale Bank in 1915
het besluit genomen, dat onder bepaalde voorwaarden
onder goedkeuring van de Centrale Bank, ook de plaat
selijke Boerenleenbanken, die over voldoende middelen
beschikken bij de financiering mogen behulpzaam zijn
en wel doordat zij, indien de eerste helft van het benoo-
digde grondkapitaal door de vereeniging zelf is bijeen
gebracht, mogen overgaan tot het verstrekken van de
tweede helft, mits die tweede helft in 10 jaarlijksche ter
mijnen wordt afgelost. De betreffende besluiten van de
Algemeene Vergadering van 1915 luiden als volgt:
„1. als het credieten betreft tot hoogstens 2.500,
a. het crediet in loopende rekening moet elk jaar
uitgenomen het eerste jaar met minstens 5%
verminderen:
b. de bestuursleden moeten zich hoofdelijk borg
stellen.
„2. als het bedrijfscredieten betreft boven de 2.500,
a. het crediet in loopende rekening moet elk jaar
uitgenomen het eerste jaar met minstens 5%
verminderen:
b. de bestuursleden moeten zich hoofdelijk borg
stellen.
c. de vereeniging moet zich onder eene door het
Bestuur der Centrale Bank goed te keuren con
trole stellen en afschrift van het desbetreffend
controle-rapport bij het Bestuur der Centrale
Bank inleveren, uiterlijk binnen één maand, na
dat bedoeld rapport is ingekomen;
d. in de statuten moet de aansprakelijkheid der
leden, ter beoordeeling van het bestuur der Cen
trale Bank, afdoende zijn geregeld.
„3. als het bedrijfs- en grondcrediet betreft boven de
2500,-.
In overleg met het Bestuur der Centrale Bank
moet er een juiste vaststelling plaats hebben van de