2861
minister van Landbouw kan bepalen, dat het bureau
vóór afloop van de schulddelging aan de schuldeischers
een crediet ter hoogte van de aflossingen kan verstrek
ken, indien ten minste 14 van den schulddelgingster-
mijn is verstreken.
Vorderingen, welke na 12 Juli 1931 ontstaan zijn,
worden slechts dan volgens bovenstaande regelen be
handeld, indien de crediteur niet binnen een bepaalden
termijn de aflossing incl. de rente in contant geld ver
langt. Is dit laatste het geval, dan wordt een bepaald
bedrag 10 tot 20 pCt. ten bate van de Rijksschat
kist ingehouden.
Loonen, salarissen en rekeningen van ambachtslie
den en neringdoenden moeten, voor zoover zij betrek
king hebben op na 31 Maart 1932 geleverde diensten,
steeds contant worden uitbetaald. De Ministers van
Landbouw en Financiën kunnen dit voorschrift ook op
andere vorderingen toepasselijk verklaren.
Is het niet mogelijk langs dezen weg tot een regeling
der schulden te komen, dan kan zooals gezegd
een gedwongen vergelijk bij de rechtbank worden aan
gevraagd. Wordt tot dezen weg toestemming verleend,
dan ontvangt het Schulddelgingsbureau opdracht om
een voorstel tot regeling der schulden in te dienen.
Het Bureau controleert het bedrijf en stelt een be
drag voor het onderhoud van den schuldenaar en zijn
familie vast. Tijdens de procedure mogen geen execu
ties, arresten en dgl. plaats hebben.
Een vordering, welke geheel door een binnen de grens
der „Mündelsicherheit" liggende hypotheek gedekt is,
mag niet gekort worden. Alle andere vorderingen mo
gen zonder toestemming van de schuldeischers ten
hoogste tot op de helft worden gekort, terwijl een vor
dering, welke door een gedeeltelijk binnen de boven
genoemde grens liggende hypotheek gedekt is, slechts
kan worden gekort tot de helft van het bedrag, waar
mee de bewuste grens overschreden is. Staat de vorde
ring op naam van een pandbrief of van een instelling
voor verplichte Staatsverzekering, dan kan deze met
100 pCt. van laatstgenoemd bedrag worden verminderd.